Truusje

Iedere keer wanneer ik door het kleine dorpje rijd moet ik met een glimlach denken aan mijn allereerste uitvaart. Ik werd gebeld door de zusters van het verzorgingstehuis. De vrouw van meneer Klaassen, “mijn Truusje” was overleden. Wat een groot gemis.
Ze waren altijd samen, en erg op zichzelf. Tot hun grote verdriet hadden ze geen kinderen. Nog nooit hadden ze in de 63 jaar dat ze waren getrouwd over begraven of cremeren gesproken. En nu ineens moest er van alles worden geregeld.
We hebben er lang over gedaan om een beslissing te nemen, want eigenlijk voelde niets goed. Uiteindelijk is Truus gecremeerd. Samen met enkele verzorgsters heeft meneer Klaassen in het crematorium verdrietig afscheid moeten nemen van zijn vrouw.
Een maand later ben ik met hem de as op gaan halen in het crematorium en zijn we samen naar de begraafplaats gereden, meneer Klaassen voorin met de as van zijn Truus op schoot en op de achterbank een bosje fresia’s, haar lievelingsbloemen. Geëmotioneerd heeft hij de as van Truus in de urnenmuur geplaatst en zag er nauwkeurig op toe dat de muur goed werd afgesloten met een steen die ik voor hem had laten maken; “Ooit weer samen”.
Ik heb hem beloofd dat wanneer de tijd daar zou zijn ik hun beider as uit zou strooien. In maart is meneer Klaassen overleden, nog geen half jaar na zijn vrouw. En op een mooie lentedag reed ik met de as van meneer Klaassen en een bosje fresia’s op de achterbank weer naar de begraafplaats toe. Ze hebben samen geleefd, samen lief en leed gedeeld, ze zijn samen oud geworden en nu uitgestrooid, samen op dezelfde plek. De cirkel van hun leven was rond.

 
Cookie instellingen